Het boek de bovenkamer van Josée Coenen geeft leerlingen vanaf het tweede leerjaar, groep 4, inzicht in de Nederlandse taal. Het is een vervolg op het boek zien in snappen.
In het boek de bovenkamer kunnen leerlingen allerlei taalverschijnselen terugvinden. Denk bijvoorbeeld aan: de vervoegingen van werkwoorden, de uitspraak van de woorden in het Nederlands en het gebruik van de voornaamwoorden. Met behulp van afbeeldingen, symbolen en kleuren wordt alles visueel uitgelegd aan de leerlingen. Door het gebruik van gekleurde strookjes leren leerlingen hoe ze zinnen kunnen opdelen in zinsdelen. Ook leren ze hierdoor hoe ze de woorden in een zin kunnen benoemen, door dit te leren zien de leerlingen hoe een zin in elkaar zit.
Door het gebruik van het boek de bovenkamer krijgen de leerlingen steeds meer inzicht in de Nederlandse taal, zeker voor anderstalige leerlingen zijn de ‘vanzelfsprekendheden’ in de taal helemaal niet zo vanzelfsprekend. Ook taalzwakke kinderen waarbij de moedertaal wel Nederlands is zullen baat hebben bij het gebruik van deze methode. De leerlingen kunnen het opzoekboek gebruiken vanaf het tweede leerjaar, groep 4.
Een voordeel van deze methode is, dat het te gebruiken is naast iedere willekeurige taalmethode. Er is voor leraren een speciaal handboek die uitlegt hoe je de bovenkamer kunt inzetten. Via bol.com kun je het handboek en het opzoekboek bestellen.